Skip to main content

Echografie

Echografie is een techniek waarbij met geluidsgolven spieren, pezen, gewrichtskapsel en banden, zenuwen en bloedvaten zichtbaar gemaakt  kunnen worden.  De geluidsgolven hebben een zeer hoge frequentie en zijn voor de mens niet te horen.  Het is een veilige techniek en wordt bij de verloskunde als jaren lang zonder bijwerkingen gebruikt bij onderzoek van de zwangerschap.

 

Het onderzoek is pijnloos en kan zonder problemen herhaald worden. Er wordt op de huid een gelei aangebracht om de geluidsgolven makkelijk toegang te geven tot het lichaam. Met een kleine rechthoekige zender/ontvanger worden de geluidsgolven uitgezonden en de terugkerende echo’s  weer opgevangen. Deze echo’s kunnen door de computer verwerkt worden tot een beeld van de zachte menselijke structuren. Botweefsel kaatst alles terug waardoor skeletproblematiek alleen oppervlakkig kan worden beoordeeld. De structuren worden tijdens het onderzoek direct op een monitor zichtbaar.  Tijdens bewegen is het ook mogelijk om een echofilm te maken waardoor bewegingsafhankelijke  problemen zichtbaar gemaakt kunnen worden.

 

Het onderzoek van het bewegingsapparaat gaat altijd vooraf aan een echografisch onderzoek.  Zo kan gericht worden gezocht naar  structuren die aanleiding  kunnen geven voor het gepresenteerde probleem. Toevalsbevindingen die geen problemen geven kunnen hierdoor beter worden onderkend.  Een groot voordeel is dat de patiënt direct de uitslag heeft en het onderzoek  vaak op de monitor heeft kunnen volgen.

 

Echografie wordt in de praktijk tot op heden toegepast voor de gewrichten van de armen en de benen.  Dit zijn de schouder, elleboog, hand, heup, knie en voet. De weefsel die beoordeeld worden rond deze gewrichten zijn:

 

-        Spieren, contusies, rupturen en calcificaties.

-        Pezen: tendopathieen, tendinosis, rupturen, (sub)luxaties en kalkdepots.

-        Bursae: vochtcollectie, bursitiden.

-        Ligamenten: contusie, distorsie, rupturen.

-        Kapsel: Capsulitis, synovitis.

-        Cystes: Bakerse cyste, ganglion.

-        Corpora libera: splinter, glas- en metaalfragmenten.

-        Zenuwen: tunnelsyndromen, neurinoom.

 

Slecht tot het oppervlak kunnen de volgende structuren worden beoordeeld.

 

-        Bot,  alleen de oppervlakte of corticalis, bijvoorbeeld Osgood Schlatter.

-        De randen van menisci.

-        De randen van de gewrichtsvlakken.